
Wet arbeidsmarkt in balans (WAB): hoe staat het ervoor?
In de Eerste Kamer heeft de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op 12 maart een deskundigenbijeenkomst gehouden over de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB).
Eerste KamerDe strekking daarvan was, kort gezegd: het gaat te snel. De meeste deskundigen en sociale partners zijn bang voor onrust en onduidelijkheid.
‘Wacht op evaluatie WWZ’
De Wet werk en zekerheid (WWZ) wilde de kloof tussen vast en flex verkleinen. Aan die wet kleefden verschillende bezwaren, die in de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) worden opgelost. Nu dreigt de WAB te worden ingevoerd zonder dat de WWZ is geëvalueerd. Hoe kun je dan zeker weten of de oplossingen van de WAB zullen werken? De meeste deskundigen adviseren om die evaluatie af te wachten.
‘Wacht op commissie Regulering van werk’
De huidige regelgeving sluit niet meer goed aan bij hoe werk wordt georganiseerd. De arbeidsmarkt verandert in hoog tempo. Het aantal zzp’ers neemt toe, het aantal oproepkrachten neemt toe, platformwerk rukt op en er is nog steeds geen oplossing voor de Wet DBA. Daarom heeft minister Koolmees een onafhankelijke commissie van experts, onder leiding van Hans Borstlap, gevraagd onderzoek te doen naar de arbeidsmarkt van de toekomst. Deze commissie Regulering van werk brengt in november advies uit.
Waarom heeft het kabinet haast?
In februari ging een kleine meerderheid in de Tweede Kamer akkoord met de WAB. Volgens de planning zou de Eerste Kamer er al eind mei over moeten stemmen. Er is politieke druk, want een meerderheid in de Kamer wil de verschillen in pensioenopbouw tussen ‘eigen’ (vaste) medewerkers en payrollkrachten gelijk trekken en daar voortgang mee maken. Om die reden zou payrolling moeten worden aangepakt. PvdA, GroenLinks en SP hebben hiertoe vorig jaar een wetsvoorstel ingediend. Dit wetsvoorstel is recent ingetrokken vanuit het vertrouwen dat de WAB hierin gaat voorzien.
De Europese Commissie maant het kabinet ook tot maatregelen die zorgen voor meer evenwicht tussen vast en flexibel werk.
Wordt de situatie voor flexwerkers in de praktijk beter?
De WAB maakt het werken met tijdelijke contracten duurder om werkgevers te stimuleren medewerkers vast in dienst te nemen. Gaan flexwerkers hiervan profiteren? Paul Haarhuis (Timing) zegt in zijn recente opiniestuk: ‘De flexibele werknemer merkt in de eigen portemonnee niets van alle hogere premies. Dus voor wie levert de wet nu echt meerwaarde?’
Vakbonden en uitzenders vrezen dat werkgevers zullen uitwijken naar goedkope arbeid; zij verwachten een toename van schijnconstructies met zzp’ers en verplaatsing van productie naar landen waar arbeid goedkoper is.
Wordt de regelgeving eenvoudiger?
Werkgevers snakken naar verlichting van regeldruk. De WAB geeft oproepkrachten meer rechten, maar maakt die administratieve processen voor werkgevers complexer.
Bronnen: Eerste Kamer, 12 maart 2019 en FlexNieuws